woensdag 31 augustus 2011

Courgettekoekjes met kruiden en parmezaanse kaas

Dit is de eerste keer dat ik courgettekoekjes at en ik was aangenaam verrast. De smaak van de courgette is eigenlijk niet echt te herkennen, maar lekker is het wel!

Ze zijn makkelijk te maken en mijn dochters vonden ze heel lekker... weer een manier om ze stiekem groenten te laten eten!

Ingrediënten (voor ongeveer 20 à 24 koekjes):

2 courgettes
2 eieren
zout, peper
3 à 4 eetlepels geraspte parmezaanse kaas (of meer, naar smaak)
een klein handjevol gehakte peterselie
een klein handjevol gehakte dille (die stond spijtig genoeg niet in mijn tuin, dus die zit er niet bij, maar dat zou volgens het recept wel moeten)
4 à 5 eetlepels bloem
olie om de koekjes in te bakken
1 citroen

Werkwijze:

Snijd boven en onderkant van de courgettes en rasp ze grof boven een zeef.
Strooi er een beetje zout over en laat ze een kwartiertje uitlekken. Het zout trekt het teveel aan vocht eruit.
Druk de courgettes met de hand aan zodat het vocht eruit kan lopen en doe ze in een kom.

Voeg 2 geklopte eieren, zout, peper en parmezaanse kaas toe en meng goed met de courgettes.
Voeg 4  eetlepels bloem toe en meng goed. Als het beslag nog te lopend is,voeg dan nog bloem toe.

Verhit een laagje olie op het vuur tot de olie goed heet is.
Schep (met behulp van een lepel) telkens een lepel van het beslag in de pan, met wat tussenruimte.

Bak de koekjes in 2-3 minuten per kant goudbruin.
Laat ze uitlekken op keukenpapier.

Eet ze terwijl ze nog warm zijn, eventueel besprenkeld met citroensap. Echt lekker!

zondag 28 augustus 2011

Baklava

Deze baklava maakte ik een tijdje geleden al, maar ik postte het nog niet want ik was de fotootjes kwijt.

Het was mijn eerste ervaring met filodeeg en ik vond het heel spannend om eraan te beginnen, ik dacht dat het een ingewikkelde onderneming ging worden. Dit was dus een echt avontuur in de keuken!

Uiteindelijk bleek het een stuk makkelijker dan ik had gedacht en bovendien leek het met momenten meer op knutselen dan op koken. Elk vel filodeeg moet afzonderlijk worden ingevet met boter, en al dat 'verven' met borsteltjes (ik had er gelukkig 2 om ruzie te vermijden) vonden mijn kleine keukenhulpjes heel plezant.

Mijn aarzeling om met filodeeg te werken is nu ook overwonnen!

Wie van heel zoet houdt en eens iets helemaal anders wil maken, moet dit recept maar eens proberen, het is de moeite waard.

Het recept komt uit "De mediterrane keuken' van de "Simpelweg lekker"-reeks. Ik gebruikte wel 300 gr gehakte walnoten ipv de notenmengeling die in het recept beschreven staat, het resultaat was heel lekker.

Ingrediënten:

150gr gepelde ongezouten pistachenoten, fijngehakt
75gr  hazelnoten, fijngehakt
75gr walnoten, fijngehakt
geraspte schil van 1 citroen
1 eetlepel bruine suiker
1 theelelepel speculaaskruiden (of kaneel)
150 gr gesmolten boter+ extra om de schaal in te vetten
250 gr filodeeg, uit de diepvries, ontdooid

Voor de siroop:
250 ml water
1 eetlepel citroensap
2 eetlepels heldere honing
300 gr suiker
1/2 theelepel gemalen kaneel

Werkwijze:

Verwarm de oven voor op 160 graden.

Meng de noten, citroenschil, bruine suiker en speculaaskruiden in een kom.
Bestrijk een bakblik of ovenschotel met boter.
Snijd de hele stapel filodeegvellen zodanig bij dat ze in de vorm passen.
Bewaar de filodeeg onder een vochtige keukendoek.

Leg een eerste laag filodeeg op de bodem van de schotel en bestrijk hem met gesmolten boter.
Voeg nog 3 lagen toe en bestrijk ze elke keer met boter.
Verdeel hierover een derde van het notenmengsel.
Leg er 3 beboterde filodeegvellen op.
Verdeel er weer een deel van het notenmengsel op.
Leg er opnieuw 3 beboterde filodeegvellen op.
Verdeel het laatste deel van het notenmengsel erover.
Eindig met 3 lagen filodeeg en bestrijk elk vel met boter.

Snijd de baklava in stukjes en bak hem ongeveer 1 uur in de oven, op ongeveer 160gr.

Maak ondertussen de siroop.
Meng het water, citroensap, de honing, suiker en kaneel en breng het al roerend aan de kook.
Zet het vuur lager wanneer het kookt en laat het doorkoken, zonder te roeren.
Haal de pot van het vuur en laat de siroop afkoelen.

Haal de baklava uit de oven en schenk de afgekoelde siroop erover.
Laat de siroop goed intrekken en serveer pas wanneer de siroop goed is ingetrokken.

Lekker met een bolletje ijs erbij!

woensdag 24 augustus 2011

Appelmuffins met kaneel en honing à la Nigella

Dit komt uit 'Keuken' van Nigella en ik maak deze geregeld als enkele appels in de fruitschaal hun beste tijd voorbij zijn.

Het zijn lekkere vochtige muffins, de honing en de appel gaan perfect samen!

Ingredienten (voor 12 cakejes, maar ik maakte er 18 omdat mijn papieren vormpjes wat kleiner zijn en ik ze niet te vol durfde doen ...):

2 appels (ik gebruik maar 1,5, anders is het teveel appel en te weinig muffin naar mijn smaak)
250 gr bloem (Nigella gebruikt speltmeel maar gewone bloem gaat ook)
2 theelepels bakpoeder
2 theelepels kaneel
125 gr lichtbruine suiker (ik gebruikte rietsuiker)
1,25 dl vloeibare honing
4 eetlepels vloeibare yoghurt
1,25 dl neutraal smakende olie (ik gebruik zonnebloemolie)
2 eieren
2 eetlepels gemalen amandelen (of amandelen in stukjes gehakt, maar ik verkies gemalen)

Werkwijze:

Verhit de oven op 200 graden en vul de muffinplaat met papieren vormpjes.

Schil de appels en ontdoe ze van het klokhuis. Snij ze in blokjes van ongeveer 1 cm.

Neem 2 kommen.

Doe in de ene kom de bloem, het bakpoeder, de kaneel en het amandelpoeder en meng goed.

Doe in de andere kom de suiker, de honing, de yoghurt, de eieren en de olie en meng goed.

Spatel de vochtige ingrediënten vluchtig door de droge ingrediënten. Meng er de blokjes appel door. Stop met mengen zo snel alles gemengd is, want als je te lang mengt zijn je muffins niet luchtig meer.

Vul de muffinbakjes en zet de plaat voor 20 minuten in de voorverwarmde oven. Ze zijn klaar als ze goudbruin en gerezen zijn en er prikker er proper uitkomt.

Lekker warm, maar ook de volgende dag nog even lekker!

zondag 21 augustus 2011

"Sneeuwwitje", Alba Ca Zapada, een traditioneel Roemeens gebak

Nadat ik voor mijn schoonmoeder cataif maakte, wou zij ons met een ander traditioneel Roemeens gebak laten kennismaken. Het heet 'Alba Ca Zapada', wat vertaald wordt als 'Sneeuwwitje'.


Het is een arbeidsintensief gebak, niet iets wat je snel maakt, het wordt dus vooral gemaakt bij feestelijke gelegenheden.

Het gebak wordt samengesteld door verschillende lagen van een soort koekdeeg, waartussen een frisse citroenpudding wordt gedaan. Dit moet op zijn minst 24 uur in de koelkast blijven staan zodat de creme in de lagen koek kan trekken en ze zo zacht maakt.


Mijn bijdrage hieraan was toe te kijken en af en toe een beetje te helpen en de kinderen uit de buurt te houden, die perse wouden helpen met het deeg uitrollen. Het is een heel lekker gebak maar het is niet iets wat ik snel zal maken, denk ik, juist omwille van de hoeveelheid werk, dat bovendienin verschillende etapen moet gebeuren ... niet evident met 2 kleine helpertjes in huis!


Ingredienten voor de koeklagen:


5 lepels olie
100 gr suiker
een mespuntje zout
2 eieren
150 ml melk
1 theelepel natriumbicarbonaat
520 gr bloem
schil van een citroen


Werkwijze:


Verwarm de oven voor op 180 graden.
Mix de eieren met het zout en de suiker tot ze romig zijn.
Voeg de olie beetje bij beetje toe.

Voeg daarna het natriumbicarbonaat toe en de melk.
Mix goed en voeg de bloem toe.
Mix goed.
Voeg eventueel nog bloem toe tot je een elastisch en niet-plakkerig deeg verkrijgt dat je kan kneden met je handen.

Bestuif een werkvlak met bloem.
Verdeel het deeg in 5 gelijke stukken.
Rol elk stuk uit tot een rechthoek van ongeveer 25 op 35 cm, dat op een bakplaat past.
Bedek een bakplaat met bakpapier.

Bak elk stuk deeg ongeveer 10 minuten tot het lichtbruin is (dit kan snel gaan en hangt van de oven af, check dus vanaf een minuut of 7 elke minuut).



Ingredienten voor de creme:

1 liter melk
200 gr  suiker
10 afgestreken lepels bloem
3 eieren
250 g boter
sap van 2-3 citroenen

Werkwijze:

Mix de eieren goed met de suiker.
Voeg de bloem toe en mix verder.
Verwarm de melk tot het bijna het kookpunt bereikt en voeg beetje bij beetje toe, al mixend.
Zet de pot au bain marie op het vuur en roer goed, tot het mengsel dikker wordt.
Laat afkoelen tot het helemaal is afgekoeld.

Klop de boter op tot ze romig is.
Voeg de volledig afgekoelde pudding beetje bij beetje toe.
Voeg op het einde het citroensap toe.

Stel het gebak samen:
Begin met een laag koek, bedek die met een deel van de creme, leg er een laag koek op en ga zo verder tot alle lagen koek en creme opgebruikt zijn. Eindig met een laag koek.
Bedek met plasticfolie en leg daar bovenop een snijplank met daar bovenop een gewicht van ongeveer 1 kg (een boek bijvoorbeeld).
Laat minstens 24 uur in de ijskast staan tot de creme wordt opgenomen door de koeklagen.

Bedek met poedersuiker en serveer.
Smakelijk!

donderdag 18 augustus 2011

Chocolademuffins met rode bietjes

Deze muffins zijn zonder twijfel de mooiste manier om groenten als ontbijt te eten!

Ik maakte ze voor't eerst enkele maanden geleden, omdat ik gewoon niet kon weerstaan aan de verleiding van een recept met zo'n onverwacht ingrediënt.

Het resultaat was heel lekker, een muffin met een vochtige textuur en een lekkere chocoladesmaak.

Degenen die de muffins te proeven kregen konden het geheime ingrediënt niet thuisbrengen, de smaak van de rode bietjes komt dan ook niet echt naar boven, maar geeft wel een iets andere smaak aan de muffin én zorgt voor de vochtigheid.

Gisteren maakte ik ze opnieuw omdat mijn schoonmoeder niet wou geloven dat chocolade en rode bietjes gecombineerd konden worden. Nu gelooft ze het wel, ze vroeg me zelf het recept te vertalen voor haar zodat ze het zelf kan uitproberen.

De muffins zijn heel makkelijk te maken, volgens het muffinprincipe: 2 kommen en snel mengen met een lepel. Weer een ideaal recept dus om samen met kinderen te maken! Mijn 2 dochters vinden deze muffins trouwens heel lekker, terwijl ze geen rode bietjes willen eten.

Het recept gaat als volgt:

Ingrediënten voor ongeveer 12 muffins:

125 bloem, gezeefd
40gr cacaopoeder, gezeefd
75 gemalen of fijngehakte noten (ik gebruikte gemalen hazelnoten, maar je kan ook amandelen of walnoten gebruiken)
1/2 theelepel natriumcarbonaat
1/2 theelepel bakpoeder
1 theelepel speculaaskruiden (of kaneel)
240 gr bruine suiker
1,7 dl neutraal smakende olie (ik gebruikte zonnebloemolie)
2 eieren op kamertemperatuur
225 gr gekookte rode bietjes (ik gebruikte voorgekookte rode bietjes), geraspt

Werkwijze:

Verwarm de oven voor op 180 graden.
Bekleed een muffinvorm met papieren cakevormpjes.

Neem 2 kommen.

Meng in de ene kom bloem, cacaopoeder, noten, natriumcarbonaat, bakpoeder en speculaaskruiden/kaneel. Meng er daarna goed de suiker onder.

Meng in een andere kom de olie met de eieren en meng goed.
Voeg de geraspte bietjes bij het olie-eimengsel en meng goed.

Maak een kuiltje in de kom met droge ingredienten en voeg de natte ingredienten toe en meng snel met een lepel.  Stop met mengen zo gauw alle ingrediënten gemengd zijn.

Vul de papierenvormpjes met het mengsel en zet in de voorverwarmde oven.

Bak ongeveer 20 minuten, tot een prikker er proper uitkomt.

Laat 5 minuten afkoelen in de muffinvorm en haal de muffins er daarna voorzichtig uit, om verder af te koelen op een rooster.

Deze muffins zijn warm lekker, maar vreemd genoeg zijn ze de volgende dag nog lekkerder. Het lijkt wel dat de smaken dan beter in elkaar overgaan.

Voor wie het aandurft om te bakken met rode bietjes, het loont de moeite!

zondag 14 augustus 2011

Cataif: een Roemeens dessert

Vorig jaar las ik "De Trein naar Triëst", van Domnica Radulescu, een meeslepend boek over een jonge vrouw die het communistische regime ontvlucht. Op een bepaald moment zit ze met haar beste vriendin in een patisserie en eten ze cataif.

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Wat was die cataif eigenlijk? Het horen van het woord cataif bracht bij mijn man meteen enthousiaste herinneringen boven aan dit Roemeense gebakje uit zijn kindertijd.
Ik ging dus verder op onderzoek uit en ontdekte op Roemeense kookblogs verschillende recepten, maar het principe is elke keer hetzelfde. De onderste laag wordt gemaakt met zo fijn mogelijke pasta, gebakken in de oven en gedrenkt in een suikersiroop, met daar bovenop al dan niet een laag vanillepudding en dan altijd een bovenste laag met slagroom. Dit gebakje is van Turkse/Arabische oorsprong maar daar wordt het met noten gemaakt. Dit is de Roemeense variant.

Ik besloot het recept eens uit te proberen, kwestie van experiment! Ik had geen idee wat het resultaat zou zijn en kon me evenmin inbeelden dat de combinatie van pasta met siroop en slagroom zo goed zou zijn!
Het is een lekker en speciaal dessert, helemaal anders dan wat wij in onze Westerse keuken gewoon zijn. Dit is ondertussen de 5e keer dat ik het maak... Echt de moeite om eens uit te proberen als je van héél zoet houdt!

De hoeveelheden hieronder zijn goed voor ongeveer 16 porties. Ik heb ook al enkele keren de hoeveelheid gehalveerd omdat het anders wat teveel was, want door de intense zoetheid is het geen gebak waar je grote porties van kan eten.

Ingrediënten:

400 gr zo fijn mogelijke pasta (ik gebruikte tagliolini)
500 ml water
300 gr suiker (waaronder 3 zakjes vanillesuiker)
50 gr boter
enkele eetlepels citroensap

1 zakje vanillepuddingpoeder
750ml melk
5 eetlepels suiker

300 ml slagroom + suiker naar smaak of 3 zakjes klop-klop (poeder)-slagroom gecombineerd 240 ml melk

Werkwijze:

Maak de siroop: meng het water, citroensap en suiker goed en breng aan de kook. Laat enkele minuten doorkoken tot je een siroop krijgt. Laat afkoelen.

Verwarm de oven voor op 150gr.

Leg de pasta in een ovenschaal tot je ongeveer een laag hebt van 1 cm.
Verdeel de boter in smalle schijfjes er bovenop.
Zet de schotel ongeveer 15 minuten in de voorverwarmde oven, tot de pasta goudkleurig is geworden.

Giet de siroop erover tot de pasta bedekt is met siroop. Het lijkt veel siroop, maar de pasta zal de siroop bijna volledig absorberen.

Laat de pasta afkoelen.

Maak vanillepudding met de melk, vanillepuddingpoeder en suiker. Je kan natuurlijk ook zelf pudding maken maar het moet snel gaan bij mij!

Giet de warme pudding over de pasta en strijk het glad.
Laat goed afkoelen en zet in de ijskast.

Wanneer het goed is afgekoeld, klop je de slagroom op.
(Hoewel het natuurlijk wel lekkerder is, gebruikte ik geen echte room, maar de poederversie "klop-klop", omdat die langer vorm houdt. Het gebak kan zo langer bewaard worden  als het niet meteen wordt opgegeten. Opgeklopte room verliest na een tijdje zijn volume en wordt wateriger (of dat gebeurt in elk geval bij mij) en aangezien bij onsde cataif niet op 1 dag op is wou ik dat vermijden.)

Zet de schaal afgedekt in de ijskast en laat goed afkoelen.

Snijd in niet te grote stukjes en serveer. Smakelijk!

vrijdag 12 augustus 2011

Strudel met ricotta en krieken

Dit is opnieuw een gemakkelijk en snel recept met bladerdeeg. Het duurt maar een kwartiertje om alles de oven in te hebben, ideaal dus als je snel iets lekkers in elkaar wil flansen!

Het recept komt uit het boek 'Nagerechten'. Ik heb het al verschillende keren gemaakt en het viel elke keer weer in de smaak!

De hoeveelheden zijn voor 2 strudels (dus ongeveer 8 à 10 porties). Je kan natuurlijk ook met maar 1 rol bladerdeeg werken en de hoeveelheden voor de vulling halveren, dan is het genoeg voor 4 à 5 stukken.





Ingredienten:

2 porties kant-en-klaar bladerdeeg (ik gebruikte ronde bladerdeegvellen)
500 gr ricotta
80 gr suiker (het oorspronkelijke recept vermeldde 55gr suiker, maar ik voegde nog een beetje extra toe, omdat ik het iets zoeter wou)
2 theelepels geraspte citroenschil
1 theelepel vanille-essence (of een deel van de suiker vervangen door vanillesuiker)
2 eieren
40 gr vers wit broodkruim
2 eetlepels gemalen amandelen
1 bokaal krieken van ongeveer 500 gr (niet-uitgelekt gewicht)
1 theelepel maïzena
1 à 2 eetlepels suiker om het sap zoeter te maken

Werkwijze:

Laat de kersen uitlekken en vang het sap op.
Meng het sap met een beetje maïzena en wat suiker (naar smaak), roer goed en laat het zachtjes koken tot het indikt.
Laat het sap afkoelen.

Meng ricotta, suiker, citroenschil, broodkruim, amandelen en vanille-aroma in een kom.
Voeg de eieren toe en mix goed.

Rol de 2 vellen bladerdeeg uit en leg in het midden van elk vel bladerdeeg in een rechthoek de helft van de vulling. Blijf ver genoeg van de randen af, want je moet de randen nog kunnen toeplooien.
Verdeel de uitgelekte krieken erover.
Verdeel enkele eetlepels met ingedikt sap over het mengsel.
Plooi de bovenste en onderste flappen van de bladerdeeg doe.
Doe hetzelfde met de zijflapjes zodat je een rechthoek krijgt.

Bestrijk de strudels met geklopt ei voor een mooie goudbruine kleur.
Zet in de warme oven, ongeveer 20 minuten, tot de strudels goudkleurig zijn.

Deze strudels zijn erg lekker warm, maar eigenlijk nog lekkerder wanneer ze afgekoeld zijn. De zachte zoete ricotta gaat perfect samen met het frisse van de citroenschil en de ietwat zurige kersen.

dinsdag 9 augustus 2011

Kleine Amandeltaartjes oftewel Petits Pithiviers

Deze amandeltaartjes aten mijn zus en ik enkele dagen geleden samen.  

Het recept komt uit een klein kookboekje “Taartjes en pasteitjes” van Anne Wilson en deze gebakjes heten eigenlijk met een mooie naam ‘petits pithiviers’.

De fotootjes zijn snel genomen want er stonden 4 hongerige kinderen rond ons te dringen om hun deel op te eisen.

Mijn kleinste neefje zag in de chaos van gedrang en gefotografeer zijn kans schoon om de foto-scene op te kruipen en op mijn taartje aan te vallen, zoals op de foto te zien is.

Deze taartjes vragen niet veel voorbereiding, zijn snel klaar en vullen het huis met een verrukkelijke geur. Warm zijn ze om je vingers bij af te likken, maar ook koud zijn ze heel lekker.





Ingredienten:

1 rol bladerdeeg
45g roomboter
4 eetlepels poedersuiker
1 eidooier
70g gemalen amandelen
enkele druppels amandelessence
1 ei, geklutst, om de taartjes mee in te smeren

Werkwijze:

Verwarm de oven voor op 210 graden en bekleed een bakplaat met bakpapier. 
Klop met een mixer de boter en de poedersuiker tot het mengsel licht en romig is.
Voeg de eierdooier toe en klop goed door.
Voeg de gemalen amandelen en de amandelessence toe en klop opnieuw goed door.

Steek 12 rondjes bladerdeeg uit, je kan hiervoor een glas gebruiken. De overschotjes kan je opnieuw uitrollen om opnieuw rondjes uit te steken.
Verdeel de vulling over zes rondjes maar laat aan de randen ongeveer 2cm vrij.
Druk de dekseltjes er goed op en druk het aan de randen wat aan.
Bestrijk de bovenkant met geklopt ei.
Snijd de dekseltjes licht in met een mes zodat je er een sterretje op krijgt. 

Bak 10 minuten bakken op 210 graden.Verlaag daarna de temperatuur naar 180 graden.
Bak nog een 5-tal minuutjes tot ze mooi goudbruin zijn van kleur.

Smakelijk! 

zaterdag 6 augustus 2011

Pruimencake met kardemom en kaneel

Dit recept komt van Caroline's blog,  een erg leuke blog vol interessante en gevarieerde recepten en mooie fotootjes!

Ik gebruikte haar pruimencake recept om deze cake te maken. Bedankt Caroline voor het recept, het is inderdaad een heel lekkere cake, helemaal wat ik ervan verwachtte!

De pruimen die ik gebruikte waren nog niet helemaal rijp zodat ze nog wat zurig zijn. Persoonlijk hou ik wel van het contrast tussen de zoete cake en de ietwat zure pruimen, maar ik denk dat de meesten het beter vinden als als de pruimen echt goed rijp zijn, maar daar had ik geen geduld  meer voor...




Ingredienten:

205 gr bloem
2 theelepels bakpoeder
een snufje zout
1/4 theelepel gemalen kardemom (als je ervan houdt en het in huis hebt, het hoeft niet perse, maar het is wel erg lekker bij de pruimen)
1/2 theelepel kaneel (voegde ik impulsief nog toe, het stond niet in het oorspronkelijke recept, maar het gaat goed samen met kardemom)
150gr lichtbruine suiker
2 eieren op kamertemperatuur
70gr roomboter op kampertemperatuur
80 ml zonnebloemolie
1,5 theelepel vanille-essence
geraspte schil van een halve citroen (ook dit was een improvisatie, aangezien het oorspronkelijke recept om appelsien vroeg die ik tot mijn schrik niet in huis had)
8 pruimen, ontpit, in de helft

Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Vet een bakvorm in (ik gebruikte een ronde siliconen bakvorm van 22 cm) en bedek hem met bakpapier.
Meng in een kom de bloem, het bakpoeder,  het zout,  de kardemom en de kaneel.
Mix in een andere kom de boter romig.
Voeg na enkele minuten de suiker toe en mix grondig door.
Voeg dan elk ei apart toe en mix elke keer grondig.
Voeg dan de olie toe, mix goed.
Voeg dan de vanille-essence en de citroenrasp toe en mix nog eens goed.
Voeg uiteindelijk het bloemmengsel toe en mix nog eens goed door.
Giet het mengsel in de vorm en maak het glad.
Verdeel de pruimen over het mengselen druk ze er een beetje in.

Bak 40 minuten op 180graden tot de cake goudbruin is en een prikker er proper uitkomt.

Bij mij waren de pruimen wel helemaal weggezonken in het beslag, maar de smaak was niet minder lekker. Echt de moeite waard als je eens een ander soort cake wil eten! Smakelijk!

donderdag 4 augustus 2011

Konijn met thijm in mosterdroomsaus… niet voor gevoelige zieltjes!

Dit receptje komt uit een klein kookboekje dat ‘Stoofpotjes’ heet.

Ik maakte het al enkele keren en het was elke keer een succes. Zelfs mijn dochters vonden het erg lekker, hoewel ze wel in de waan verkeerden dat het kip was…

Ik heb jaren geaarzeld om konijn te maken, omdat ik het zo zielig vond voor het beestje zelf. Maar mijn nieuwgierigheid won het uiteindelijk van mijn scrupules en sinds een jaar of 3 maak ik het wel af en toe (met een beetje schuldgevoel weliswaar).




Ingredienten:

1 konijn in stukken (ongeveer 1kg300)
2 ajuinen, gesnipperd
125 gr gerookte spekblokjes
2 à 3 eetlepels bloem
Takjes thijm
125ml droge witte wijn
400 ml kippenbouillon
100 ml room
1 eetlepel mosterd (of naar smaak)
Enkele eetlepels olie om te braden

Werkwijze:

Verhit de olie in een braadpan met dikke bodem.
Kruid de stukken konijn met een beetje peper en zout.
Braad de stukken konijn aan tot ze rondom bruin zijn.
Haal de stukken konijn uit de pan.
Voeg eventueel nog wat olie toe.
Bak de stukjes ajuin tot ze glazig zijn.
Voeg de spekblokjes toe en laat mee bakken.
Voeg de bloem toe en laat enkele minuten meebakken, roer regelmatig. Dit geeft kleur aan de saus en zal de saus ook indikken.
Voeg de wijn toe en laat enkele minuten inkoken, roer af en toe.
Voeg de bouillon toe en laat enkele minuten koken.
Voeg de stukken konijn en de thijmtakjes toe en dek af.
Laat op een laag vuurtje anderhalf uur sudderen.
Voeg op het einde de room gemengd met de mosterd toe.
Proef en kruid indien nodig nog een beetje bij met peper en zout.
Indien de saus niet de gewenste dikte heeft, haal de stukken konijn dan even uit de pan en laat de saus nog even inkoken.

Lekker met gekookte aardappelen of puree, maar ook met pasta.


Smakelijk!


maandag 1 augustus 2011

Tiramisu met speculaas

Dit is de Vlaamse versie van tiramisu!

Mijn zus liet mij enkele jaren geleden kennismaken met deze variant met speculaas en ik was meteen verkocht, zo lekker vond ik het!

Het recept komt gewoon uit ‘Ons Kookboek’, de Vlaamse kookbijbel die moeders hun kinderen meegeven als ze uit huis gaan en waarin je echt alles vindt.

De boudoirkoekjes heb ik door speculaas vervangen. De smaak is anders dan de traditionale tiramisu omdat de speculaasjes helemaal de crème opnemen en het zo een heel smeuïge tiramisu wordt.


Ik eet dit zelf liever dan de versie met boudoirkoekjes, maar dat is natuurlijk persoonlijke smaak. Ik heb het ook al met petit-beurre-koekjes gemaakt, dat is ook lekker, maar met speculaas is het nog beter!


Ik ben normaal geneigd om recepten waarin eieren gesplitst moeten worden te vermijden, omdat ik er helemaal niet zo’n held in ben. Maar voor deze tiramisu doe ik graag de moeite, hoewel het mij ook deze keer weer 5 eieren kostte om aan 3 gesplitste eieren te raken….

Ingredienten:
3 eieren, gesplitst
500 gr mascarpone
1 pakje speculaaskoekjes (250gr)
7 eetlepels suiker
Enkele eetlepels amaretto
Een tas sterke koffie
Enkele eetlepels cacaopoeder (ongezoet)

Werkwijze:
Splits de eieren en verdeel ze over 2 verschillende kommen.
Zorg ervoor dat de kom met de eiwitten goed schoon is en vetvrij, anders kan je de eiwitten niet goed opkloppen.
Klop de eidooiers met de suiker tot ze lichter van kleur worden.
Voeg de mascarpone toe en meng goed.
Voeg amaretto toe (ik hou het op 1 eetlepel omdat onze kinderen meeëten maar het oorspronkelijke recept heeft het over 100 ml likeur in totaal).
Klop de eiwitten goed op tot er zich pieken vormen (en je de kom ondersteboven kan houden zonder dat ze eruitvallen).
Meng de opgeklopte eiwitten voorzichtig onder het mascarponemengsel.

Doe de koffie in een diep bord en voeg eventueel ook daar een beetje amaretto toe.
Dop de speculaasjes in de koffie en leg een eerste laag speculaasjes in je schotel (ik gebruik hiervoor een gewone glazen pyrexschaal).
Leg er voorzichtig een laag mascarponecreme over.
Leg opnieuw een laag speculaasjes doordrenkt met koffie.
Leg opnieuw een laag mascarponecreme.

Dek af en zet minstens 6 uur in de ijskast om op te stijven. Als je het geduld kan opbrengen om het een nachtje te laten staan, is het nog lekkerder.
Bestuif voor het serveren met cacaopoeder.

Smakelijk!