Welkom op mijn receptenblog! Op deze pagina wil ik mijn experimenten in de keuken met jullie delen. Ik hou ervan nieuwe recepten uit te proberen, hartig en zoet, traditioneel en exotisch. Kijk gerust rond op mijn blog en laat een reactie achter als je wil, hopelijk kunnen mijn recepten jullie inspireren!
vrijdag 27 januari 2012
Chocolade-pindakaas-kaastaart
Het recept voor deze (toch wel bijzondere) chocolade-pindakaas-kaastaart komt uit Keuken van Nigella.
Toen ik het boek voor de eerste keer doorbladerde, was dit geen recept dat ik meteen absoluut wou maken, maar het was wél een recept waarbij ik me afvroeg hoe het in hemelsnaam zou smaken... (waarschijnlijk omdat ik nog nooit pindakaas gegeten had ... tot ontzetting van sommige van mijn lezers, ik weet het :-) ).
Mijn nieuwsgierigheid was dus gewekt en wat is er leuker dan een recept volgen waarvan je niet weet hoe het gaat uitdraaien?
Vorige week kwam het er eindelijk van om deze taart uit te proberen. En het resultaat was eigenlijk precies wat ik in gedachten had!
Nigella zegt zelf dat het "geen taart voor lafaards is". Dat is ook zo, de combinatie pindakaas met chocolade is erg lekker, maar ook best wel zwaar... meer dan een klein stukje krijg je van deze taart niet op.
Ingrediënten:
Voor de bodem:
200 gr koekjes, verkruimeld (ik gebruikte speculaasjes)
50 gr gezouten pinda's, fijngehakt (die liet ik eruit)
100 gr pure chocolade, in stukjes
50 gr ongezouten boter, gesmolten
Voor de vulling:
500 gr roomkaas (ik gebruikte mascarpone)
3 eieren
3 eierdooiers
200 gr suiker
1,25 dl zure room
250 gr pindakaas
Voor de bovenlaag:
2,5 dl zure room
100 gr pure chocolade, in stukjes
30 gr bruine suiker
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 170 graden.
Bekleed een springvorm met bakpapier (de mijne is 28cm groot, Nigella gebruikt voor dit recept eentje van 23cm)
Verkruimel de koekjes (met een keukenmachine, of zoals ikzelf, door ze in een plastiek zakje te doen en daar fanatiek op te kloppen met een deegrol).
Meng de koekkruimels met de fijngehakte pinda's en de stukjes chocolade.
Meng de gesmolten boter er goed onder.
Doe het mengsel in een springvorm en druk het goed aan met de achterkant van een lepel.
Zet de vorm in de ijskast terwijl je verder werkt aan de vulling.
Mix de roomkaas, eieren, eierdooiers, suiker, zure room en pindakaas tot een glad geheel.
Schep het mengsel in de springvorm.
Zet de springvorm in de oven voor ongeveer een uur, maar controleer het na 50 minuten. Alleen de bovenkant moet stevig aanvoelen. (Bij mij was dit al na 45 minuten, dus controleer op tijd).
Haal de taart uit de oven maar laat de oven opstaan.
Maak de bovenlaag;
Verwarm de zure room op een laag vuurtje, samen met de chocolade en de bruine suiker, tot de chocolade helemaal gesmolten is en het mooi gemengd is.
Giet dat mengsel voorzichtig op de taart en spreid het zachtjes uit met een lepel.
Zet de taart opnieuw tien minuten in de oven.
Haal de taart uit de oven en laat hem in de vorm afkoelen op een rooster.
Laat de taart helemaal afkoelen en zet hem dan in de ijskast.
Eet hem pas de volgende dag, zodat de taart eerst goed kan opstijven.
vrijdag 20 januari 2012
Mini-croissants met hesp en kaas
Dit recept komt uit Taartjes en pasteitjes van Anne Wilson en het is zo makkelijk dat ik me meteen afvroeg waarom ik er in hemelsnaam zelf niet op gekomen was...
Deze croissantjes vragen nog geen 10 minuten voorbereiding en ze zijn echt lekker. Leuk als hapje vooraf of bij een kom soep als lunch op een koude dag.
Je kan de vulling natuurlijk aanpassen naar je eigen smaak. Je kan, zoals Anne Wilson suggereert, hesp combineren met mosterd, en kaas combineren met pesto. Of je kan voor een zoete vulling van confituur of chocopasta gaan... Ik koos voor kaas en hesp omdat ik dat toevallig in huis had.
Ingrediënten (voor 12 croissantjes):
1 rol ronde bladerdeeg
sneetjes hesp
sneetjes kaas
1 ei, geklutst
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het bladerdeeg uit en snij het in 4 stukken.
Snij dan elk kwart nog eens in 3 stukjes, zodat je in totaal 12 driehoekjes krijgt.
Snij de kaas en de hesp in driehoekjes. De driehoekjes kaas en hesp moeten kleiner zijn dan de driehoekjes bladerdeeg.
Leg de driehoekjes kaas en hesp op de driehoekjes bladerdeeg. Blijf ongeveer een cm van de rand af.
Begin dan me oprollen: rol elk driehoekje bladerdeeg strak op, van de brede kant naar de punt toe op.
Leg de opgerolde driehoekjes met de puntjes naar boven op een met bakpapier beklede bakplaat.
Trek de uiteinden een beetje naar binnen zodat je een half maantje krijgt.
Bestrijk de croissantjes met losgeklopt ei.
Bak ongeveer 20 minuten in de oven, tot de croissants goudbruin en knapperig zijn.
Deze croissantjes vragen nog geen 10 minuten voorbereiding en ze zijn echt lekker. Leuk als hapje vooraf of bij een kom soep als lunch op een koude dag.
Je kan de vulling natuurlijk aanpassen naar je eigen smaak. Je kan, zoals Anne Wilson suggereert, hesp combineren met mosterd, en kaas combineren met pesto. Of je kan voor een zoete vulling van confituur of chocopasta gaan... Ik koos voor kaas en hesp omdat ik dat toevallig in huis had.
Ingrediënten (voor 12 croissantjes):
1 rol ronde bladerdeeg
sneetjes hesp
sneetjes kaas
1 ei, geklutst
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het bladerdeeg uit en snij het in 4 stukken.
Snij dan elk kwart nog eens in 3 stukjes, zodat je in totaal 12 driehoekjes krijgt.
Snij de kaas en de hesp in driehoekjes. De driehoekjes kaas en hesp moeten kleiner zijn dan de driehoekjes bladerdeeg.
Leg de driehoekjes kaas en hesp op de driehoekjes bladerdeeg. Blijf ongeveer een cm van de rand af.
Begin dan me oprollen: rol elk driehoekje bladerdeeg strak op, van de brede kant naar de punt toe op.
Leg de opgerolde driehoekjes met de puntjes naar boven op een met bakpapier beklede bakplaat.
Trek de uiteinden een beetje naar binnen zodat je een half maantje krijgt.
Bestrijk de croissantjes met losgeklopt ei.
Bak ongeveer 20 minuten in de oven, tot de croissants goudbruin en knapperig zijn.
vrijdag 13 januari 2012
Roemeense kip met kweeperen (pui cu gutui)
Dit is een Roemeens recept, pui cu gutui, waar ik al een tijdje geleden mijn oog op had laten vallen. Toen ik zondag ineens 2 mooie geurige kweeperen in huis had, besloot ik meteen dit kipgerecht uit te proberen.
Kweeperen worden in Roemenië veel meer gegeten dan hier, je kan ze daar trouwens ook rauw eten... ze hebben daar niet de wrange smaak die ze hier hebben.
Ik wist niet wat ik moest verwachten van het resultaat, maar ik vond het uiteindelijk erg lekker. Dit gerecht is vooral lekker als je van de combinatie zoet-hartig houdt.
Mijn kinderen vonden die rare kweeperen maar niks... en kozen resuluut voor gewone appelmoes. Ze wisten niet wat ze misten!
Ingrediënten:
4 kippenbouten
2 kweeperen
100 ml droge witte wijn
250 ml kippenbouillon
1 ajuin, gesnipperd
1 eetlepel bloem
enkele eetlepels olie
peper, zout
Werkwijze:
Verhit een deel van de olie in de pan.
Bestrooi de kippenbouten met zout en peper.
Braad de kippenbouten aan, tot ze rondom bruin zijn en haal ze uit de pan.
Hou ze warm op een bord.
Voeg wat olie toe en verwarm.
Schrob de kweeperen schoon en snij ze in dunne schijfjes.
Snijd het klokhuis eruit, maar laat de schil eraan.
Bak de schijfjes kweepeer in enkele minuten aan 2 kanten tot ze goudbruin zijn.
(Werk snel want kweepeer verkleurt meteen. Als je de stukjes kweepeer in verschillende delen moet bakken, wacht dan met de tweede kweepeer aan te snijden tot je terug plaats in je pan hebt.)
De schijfjes kweepeer zullen door ze in hete olie te bakken een beetje caramelizeren, door de suiker die in de kweeperen zit.
Haal de kweeperen uit de pan en hou ze warm op een bord.
Voeg de gesnipperde ajuin toe en bak hem tot hij glazig is.
Voeg de bloem toe en bak die al roerend een minuut mee.
Voeg de wijn toe en laat even inkoken.
Voeg de kippenbouillon toe.
Voeg nu ook de kippenbouten en de kweeperen toe.
Laat 30 à 40 minuten afgedekt sudderen, tot de kip gaar is.
Ondertussen is de smaak van de kweeperen in de saus getrokken. Je kan eventueel een beetje suiker toevoegen als je het wat zoeter wilt, ik heb dat niet gedaan.
Ik heb wel een half lepeltje gemberpoeder en een half lepeltje kaneelpoeder toegevoegd, voor de smaak, hoewel dit natuurlijk niet meer zo Roemeens is :-).
Kweeperen worden in Roemenië veel meer gegeten dan hier, je kan ze daar trouwens ook rauw eten... ze hebben daar niet de wrange smaak die ze hier hebben.
Ik wist niet wat ik moest verwachten van het resultaat, maar ik vond het uiteindelijk erg lekker. Dit gerecht is vooral lekker als je van de combinatie zoet-hartig houdt.
Mijn kinderen vonden die rare kweeperen maar niks... en kozen resuluut voor gewone appelmoes. Ze wisten niet wat ze misten!
Ingrediënten:
4 kippenbouten
2 kweeperen
100 ml droge witte wijn
250 ml kippenbouillon
1 ajuin, gesnipperd
1 eetlepel bloem
enkele eetlepels olie
peper, zout
Werkwijze:
Verhit een deel van de olie in de pan.
Bestrooi de kippenbouten met zout en peper.
Braad de kippenbouten aan, tot ze rondom bruin zijn en haal ze uit de pan.
Hou ze warm op een bord.
Voeg wat olie toe en verwarm.
Schrob de kweeperen schoon en snij ze in dunne schijfjes.
Snijd het klokhuis eruit, maar laat de schil eraan.
Bak de schijfjes kweepeer in enkele minuten aan 2 kanten tot ze goudbruin zijn.
(Werk snel want kweepeer verkleurt meteen. Als je de stukjes kweepeer in verschillende delen moet bakken, wacht dan met de tweede kweepeer aan te snijden tot je terug plaats in je pan hebt.)
De schijfjes kweepeer zullen door ze in hete olie te bakken een beetje caramelizeren, door de suiker die in de kweeperen zit.
Haal de kweeperen uit de pan en hou ze warm op een bord.
Voeg de gesnipperde ajuin toe en bak hem tot hij glazig is.
Voeg de bloem toe en bak die al roerend een minuut mee.
Voeg de wijn toe en laat even inkoken.
Voeg de kippenbouillon toe.
Voeg nu ook de kippenbouten en de kweeperen toe.
Laat 30 à 40 minuten afgedekt sudderen, tot de kip gaar is.
Ondertussen is de smaak van de kweeperen in de saus getrokken. Je kan eventueel een beetje suiker toevoegen als je het wat zoeter wilt, ik heb dat niet gedaan.
Ik heb wel een half lepeltje gemberpoeder en een half lepeltje kaneelpoeder toegevoegd, voor de smaak, hoewel dit natuurlijk niet meer zo Roemeens is :-).
zaterdag 7 januari 2012
Banaan-pindakaas-cakejes
Het recept voor deze cakejes komt uit mijn nieuwste aanwinst Cupcakes en muffins. Ik zag het boekje liggen in de boekenwinkel en aangezien mijn dochters gek zijn op kleine cakejes en er een gevarieerd aanbod van recepten instaat (o.a. heel wat fruit- en chocoladerecepten), heb ik het gekocht. Dit was het eerste recept dat ik eruit maakte.
Het was eveneens mijn eerste ontmoeting met pindakaas! Ik had het nog nooit gegeten... maar was wel benieuwd. Ondertussen vind ik het lekker, maar de eerste hap vond ik maar niks :-).
Mijn jongste dochtertje vond de cakejes heel lekker. Ik vond ze ook wel eetbaar, maar de smaak van de banaan en de pinda's had voor mij wel wat meer mogen doorkomen.
Ingrediënten (voor ongeveer 16 stuks, volgens het recept 12...):
115 gr zachte boter
225 gr suiker
125ml melk
180gr zelfrijzende bloem
1 eetlepel pindakaas
1 rijpe banaan, geprakt
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 160 graden.
Bekleed de muffinvorm met papieren vormpjes.
Kluts de eieren.
Voeg de boter en suiker toe en klop tot een luchtig mengsel.
Roer de melk, de bloem en de pindakaas erdoor.
Klop het beslag 2 minuten met een mixer tot het licht en romig is.
Roer de geprakte banaan erdoor.
Verdeel het beslag over de vormpjes, zodat ze voor 2/3 gevuld zijn.
Bak ze 18 à 20 minuten tot een prikker er proper uitkomt.
Laat ze enkele minuten afkoelen in de vorm en daarna op een rooster.
Het was eveneens mijn eerste ontmoeting met pindakaas! Ik had het nog nooit gegeten... maar was wel benieuwd. Ondertussen vind ik het lekker, maar de eerste hap vond ik maar niks :-).
Mijn jongste dochtertje vond de cakejes heel lekker. Ik vond ze ook wel eetbaar, maar de smaak van de banaan en de pinda's had voor mij wel wat meer mogen doorkomen.
Ingrediënten (voor ongeveer 16 stuks, volgens het recept 12...):
115 gr zachte boter
225 gr suiker
125ml melk
180gr zelfrijzende bloem
1 eetlepel pindakaas
1 rijpe banaan, geprakt
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 160 graden.
Bekleed de muffinvorm met papieren vormpjes.
Kluts de eieren.
Voeg de boter en suiker toe en klop tot een luchtig mengsel.
Roer de melk, de bloem en de pindakaas erdoor.
Klop het beslag 2 minuten met een mixer tot het licht en romig is.
Roer de geprakte banaan erdoor.
Verdeel het beslag over de vormpjes, zodat ze voor 2/3 gevuld zijn.
Bak ze 18 à 20 minuten tot een prikker er proper uitkomt.
Laat ze enkele minuten afkoelen in de vorm en daarna op een rooster.
maandag 2 januari 2012
Pecannotentaart
Gisterenmorgen, op nieuwjaarsdag, bakte ik deze pecannotentaart voor een hele lieve vriendin van mij, die in de namiddag op bezoek ging komen. Voor het bezoek aankwam, was de taart al half verdwenen. Het was dus moeilijk om er af te blijven eens je een klein stukje geproefd had :-)!
Ik was nochtans sceptisch om pecannotentaart te maken, het leek mij nogal hard en droog. Maar dat was het helemaal niet, integendeel. Pecannoten zijn vrij zacht van textuur en ze worden gebakken in een vulling van eieren, bruine suiker en siroop, wat een karamelsmaak geeft. Mmm, lekker!
Mijn driejarige dochtertje nam het grootste deel van het werk op zich: de noten uitstrooien op de taart, de eieren breken en mixen met de suiker en de siroop en als een echte kok regelmatig eens proeven. Bakken wordt eens zo leuk (en eens zo rommelig, dat ook) als je kleine helpertjes hebt!
Uit tijdsgebrek en uit luiheid, maakte ik de bodem niet zelf. Ik gebruikte een bladerdeegrol die ik nog in de ijskast had liggen. De vulling is op 5 minuten samengesteld, dus deze taart is eigenlijk ideaal als je heel snel iets wil bakken.
Het recept komt uit Nagerechten van uitgeverij De Lantaarn
Ingrediënten:
1 ronde bladerdeeg
200 gr pecannoten
3 eieren, geklutst
1,7 dl golden syrup
140gr bruine suiker
55 gr gesmolten boter, afgekoeld
1 theelepel vanille-essence
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het bladerdeeg uit in een taartvorm en bak hem 10 minuten blind (met een steunvulling van droge bonen of pasta).
Maak ondertussen de vulling.
Smelt de boter en laat wat afkoelen.
Klop de eieren los samen met de bruine suiker, golden syrup en vanille-essence.
Voeg de boter toe en klop tot alles goed gemengd is.
Haal de taart uit de oven en verdeel de noten erover.
Giet de vulling er voorzichtig over.
Zet de taart terug in de oven tot de vulling stevig is.
Volgens mijn kookboek was dat na 45 minuten, maar bij mij was ze na 35 minuten klaar.
Laat afkoelen en serveer op kamertemperatuur (wij hielden het niet zo lang vol).
Ik was nochtans sceptisch om pecannotentaart te maken, het leek mij nogal hard en droog. Maar dat was het helemaal niet, integendeel. Pecannoten zijn vrij zacht van textuur en ze worden gebakken in een vulling van eieren, bruine suiker en siroop, wat een karamelsmaak geeft. Mmm, lekker!
Mijn driejarige dochtertje nam het grootste deel van het werk op zich: de noten uitstrooien op de taart, de eieren breken en mixen met de suiker en de siroop en als een echte kok regelmatig eens proeven. Bakken wordt eens zo leuk (en eens zo rommelig, dat ook) als je kleine helpertjes hebt!
Uit tijdsgebrek en uit luiheid, maakte ik de bodem niet zelf. Ik gebruikte een bladerdeegrol die ik nog in de ijskast had liggen. De vulling is op 5 minuten samengesteld, dus deze taart is eigenlijk ideaal als je heel snel iets wil bakken.
Het recept komt uit Nagerechten van uitgeverij De Lantaarn
Ingrediënten:
1 ronde bladerdeeg
200 gr pecannoten
3 eieren, geklutst
1,7 dl golden syrup
140gr bruine suiker
55 gr gesmolten boter, afgekoeld
1 theelepel vanille-essence
Werkwijze:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Rol het bladerdeeg uit in een taartvorm en bak hem 10 minuten blind (met een steunvulling van droge bonen of pasta).
Maak ondertussen de vulling.
Smelt de boter en laat wat afkoelen.
Klop de eieren los samen met de bruine suiker, golden syrup en vanille-essence.
Voeg de boter toe en klop tot alles goed gemengd is.
Haal de taart uit de oven en verdeel de noten erover.
Giet de vulling er voorzichtig over.
Zet de taart terug in de oven tot de vulling stevig is.
Volgens mijn kookboek was dat na 45 minuten, maar bij mij was ze na 35 minuten klaar.
Laat afkoelen en serveer op kamertemperatuur (wij hielden het niet zo lang vol).
Abonneren op:
Posts (Atom)